Part 2 - Reisverslag uit Kampala, Oeganda van Pieter Jongens - WaarBenJij.nu Part 2 - Reisverslag uit Kampala, Oeganda van Pieter Jongens - WaarBenJij.nu

Part 2

Door: pieterjongens

Blijf op de hoogte en volg Pieter

20 Oktober 2010 | Oeganda, Kampala

De busreis van Kumi naar Kampala zou niet meer dan 5 uur in beslag moeten nemen, maar de buschauffeur had geen haast en zette uiteindelijk een prima tijd van tien uur neer. Na een week lang ontberingen in Kumi, was ik weer in de enigszins beschaafde wereld en dat vierde ik die avond met een vette burger en een paar liter pils. De volgende ochtend gingen Boldewijn en ik naar een beurs voor alle Solar-aanbieders in Oeganda. Niet, zoals in een regenachtig Nederland, ergens bij een sombere Jaarbeurs, maar in een schitterende tuin aan Lake Victoria en geen trillende schoteltjes met kopjes koffie, maar een dikke negerin die met een krat colaflesjes rondliep. Er kwamen op die beurs ook wat Chinezen, die geen uitnodiging hadden ontvangen. Toen hun door de organisatie werd gevraagd te vertrekken, gingen ze om de hoek hun illegale panelen proberen te slijten. Ook was er een Oegandees die zijn beste pak had aangetrokken en zelf een mooi naamkaartje had geknutseld met daarop Minister van Energie. Helaas viel deze meneer al vrij snel door de mand door een paar spelfouten op zijn naamkaartje en zijn niet al te adequate antwoorden op wat kritische vragen. Na de beurs gingen we uit eten met Ronald, een werknemer van de Rural Energy Foundation, die mij wat verder op weg gaat helpen met een lampjesproject op een paar scholen in het binnenland. Het restaurant was ooit eigendom geweest van een Fransman, deze meneer had zijn hielen allang gelicht, maar het eten was nog steeds erg lekker vergeleken bij de bananenpapjes van Francis.
Die nacht werd ik een paar keer wakker gebeld en wat schetste mijn verbazing, het was Godfrey Anusmond. Ik was het alweer vergeten, maar ik had de grote fout gemaakt om hem mijn nummer te geven, nu belde hij om 5 uur s ’ochtends om te vragen wat ik aan het doen was. Ik antwoordde uiteraard dat ik aan het slapen was, wat een schot in de roos bleek bij Godfrey. Want dit vond hij wel zo hilarisch dat hij, nadat ik toch vrij boos had opgehangen, gewoon nog drie keer met dezelfde vraag belde. Bij het laatste belletje heb ik hem toch echt vriendelijk doch dringend verzocht te stoppen met bellen, hiermee ging hij uiteindelijk akkoord. Maar om een uur of tien in de ochtend was zijn nieuwsgierigheid hem toch weer te machtig, hij vroeg zich af wat ik ontbeten had. En twee uur later of ik wel wist hoeveel verschillende vruchten er in Oeganda groeien. “I don’t care Godfrey”, waarop hij weer in lachen uitbarstte; “Haha, okay that’s funny, I call you back!”. Hij heeft inderdaad nog een aantal pogingen gedaan, maar geen gehoor gekregen.
De volgende middag ben ik met twintig flinke negers een balletje gaan trappen op een veld bij de Kampala University. Zo ongeveer de helft van de jongens hadden voetbalschoenen met stevige noppen en de andere helft speelde blootvoets, waardoor bijna elke 5 minuten iemand geblesseerd uitviel . Van een afstandje zag het er al redelijk ruig uit, eenmaal binnen de lijnen was dat niet anders. Huiverig probeerde ik de bal maar de hele tijd snel af te spelen om niet van die keiharde duels uit te moeten vechten. Na een half uurtje had ik toch niet helemaal goed over mijn schouder gekeken en was een harde botsing niet meer te vermijden. Mijn tegenstander benutte deze buitenkans volledig en werkte mij stevig naar het gras. Met een blauwe enkel en scheenbeen ruimde ik voortijdig het veld. Ik ga eerst maar is even op zoek naar scheenbeschermers, voordat ik weer mee ga spelen.
Woensdagochtend moest ik vroeg op het kantoor zijn voor een afspraak met pastoor Jones, die leiding geeft aan een paar scholen. Nog een beetje slaperig zat ik achterop een BodaBoda, maar voor dit probleem had mijn chauffeur een panklare oplossing bedacht. Bij een uitwijkmanoeuvre verloor hij de macht over het stuur en we maakten met zijn tweeën een fraaie salto op het, met kiezels bezaaide, asfalt. Et voilà, Ik was klaar wakker! Helaas waren daar wel een paar smerige schaafwonden en een nog dikker been voor nodig.
Gelukkig hield de pastoor zich keurig aan de Afrikaanse klok, wat wil zeggen dat je gewoon 2,5 uur later komt. Dat gaf mij even tijd om mijn wonden te reinigen en te kijken of mijn been het nog deed, dit was het geval. Na het gesprek met pastoor Jones wilde hij onze afspraken en plannen graag even bezegelen met een uitgebreid gebed, nu wij de zege van God hebben moet succes dus wel verzekerd zijn.
Vrijdag ben ik naar Jinja gegaan, dit is de plek waar de Nijl ontspringt. Eerst wilde ik het hele stuk, 2,5 uur, per BodaBoda afleggen, maar halverwege werden we verrast door een tropische storm. Na mijn laatste valpartij leek het me verstandiger iets met vier wielen te nemen in deze barre omstandigheden. Mijn eerste liftpoging was meteen raak, door het gebarsten raam kon ik niet direct zien wie er allemaal in dit barrel zaten, maar het bleek een bont gezelschap. Twee baby’s, een oud kereltje zonder tanden, veel bananen, een vrij smerig vrouwtje en achter het stuur iemand die mij volledig ongeschikt leek om te rijden. Dit idee werd vooral veroorzaakt door het feit dat hij zo scheel was, dat het onmogelijk was hem recht in de ogen aan te kijken. Na anderhalf uur ongemakkelijke stiltes, door een kleine taalbarrière, kwamen we toch gewoon veilig in Jinja aan. Van hieruit moest ik nog een half uurtje met een brommer een zandweggetje af en toen bereikten we eindelijk de oever van de Nijl. Een onstuimige rivier en, als ik de Lonely Planet mag geloven, de beste raftingspot in de wereld. Helaas had deze zielige knul niemand om een boot mee te vullen, maar al snel vond ik ander vermaak. Voor nog geen euro kon je een paar lokale kereltjes de gevaarlijkste stroomversnelling in laten springen met enkel een jerrycan om te blijven drijven. Ik zou natuurlijk nooit iemand zijn leven laten riskeren voor zo’n klein bedrag… Maar gelukkig waren er wat Japanners die al hun spaarcentjes hadden meegenomen en zich weer even in hun eigen knettergekke land waanden. Hysterisch lachend en klappend stonden ze te genieten op de oever. Na een kleine wandeling door het National Park, reden we per BodaBoda weer terug. Helaas begon het weer keihard te regenen en ditmaal zochten we beschutting in een houten hutje langs de weg, het bleek de lokale bar. Nadat ik een rondje had gegeven aan de hele bar, vier man sterk, was iedereen mijn beste vriend. Nu hingen er dus vier knetterlamme kerels om mijn nek en ik kon geen kant op, want het ging alleen maar harder regenen. Na een uur stonden we zelfs tot aan onze enkels in de modder, veroorzaakt door een modderstroompje die vanaf een helling dwars door de bar de straat op liep. Na een paar ellenlange verhalen en een hoop spuug in mijn gezicht kwam er eindelijk een verlossend einde aan de buien en konden we weer door.
Zaterdag was het Independence Day, normaal gesproken een groot feest in Kampala, maar dit keer wat minder uitgebreid door de bommen van de afgelopen WK-finale. Iedereen was bang voor nog meer aanslagen, ook met het oog op de aankomende verkiezingen. Die middag speelde Oeganda een kwalificatiewedstrijd voor de Africa Cup in en tegen Kenia. Het leek me wel leuk om die wedstrijd te gaan bekijken, dus ging ik naar een bar in de buurt. Daar zat iedereen keurig op plastic stoeltjes te wachtten op het eerste fluitsignaal, net zoals in elke ander bar in de stad, maar dat fluitsignaal kwam nooit, want de wedstrijd werd helemaal niet uitgezonden. Zo zaten er dus honderdduizenden mensen overal voor de tv en niemand die even had bedacht om de checken of de wedstrijd überhaupt wel werd uitgezonden. Over Afrikaners en in het bijzonder Oegandezen wordt dan ook vaak gezegd dat ze ietwat lui zijn, dit ervaar ik dagelijks. Bijvoorbeeld de onderhandelingen met taxichauffeurs; “It’s 5000 shilling sir” waarop ik vriendelijk vraag of 2000 ook goed is, “also okay sir!”, om maar niet die vermoeiende onderhandelingen aan te moeten gaan. En als je rond een uur of 4 door Kampala loopt ligt er onder elke boom een kerel, die bezig is aan een uitgebreide siësta. Francis en zijn gezin waren elke middag ook vol ongeloof, “why is uncle not resting? He must be so so tired!”.
Na een paar rustige dagen, gingen Boldewijn en ik vrijdag richting Luwero om Pastoor Jones op te zoeken. De pastoor heeft veel connecties met scholen in die regio en we gaan proberen om, in ieder geval, aan alle leraren een lampje te slijten en hopen daarmee ook de rest van hun omgeving te bereiken. De school koopt de lampjes voor de leraren en die moeten op hun beurt wekelijks een bedrag aflossen. In theorie een makkelijk idee, maar dat gaat de komende weken blijken. De pastoor vertelde, tijdens ons bezoek, over hoe de bevolking hier nog enorm in hekserij gelooft. Zo moet er voor elk klein hutje een kip of een geit geslacht worden, maar voor de grotere gebouwen moeten er zelfs mensen geofferd worden. De pastoor verzekerde ons dat er onder elk groot gebouw in Kampala een hoofd of een heel lichaam ligt.
Die avond gingen we (Boldewijn, zijn vriendin en John, een andere Nederlander) naar Cayenne, de hipste nachtclub van Kampala, compleet met zwembaden en een VIPdeck (wel even 3 euro per tafel betalen). Cayenne is eigendom van 2 Italianen, Mario en Andrea, wat allebei twee regelrechte maffiosi zijn. Mario, een dertiger met een gladde gouden mat, rijdt op een matzwarte Ducati door Kampala en buiten dat hij de club runt, is hij de kapper aan huis van alle muzungu. Andrea is de Obelix van het stel, een enorme kerel, die het liefst de hele avond zou vechten. Helaas voor hem deed deze gelegenheid zich maar 1 keer voor, waar hij dan wel volop gebruik van maakte. Bij ons vertrek was hij helaas niet aanwezig, bij ons wegrijden werden we namelijk geblokkeerd door een grote SUV met geblindeerde ramen. Achter ons stonden nog drie auto’s, dus vanzelfsprekend leek dat de SUV even in zijn achteruit moest. Toen er na 5 minuten nog steeds niets gebeurde, gingen John en ik even polshoogte nemen. John werd direct naar de grond gewerkt en ik werd hard tegen een hek aangezet door een nogal opgewonden meneer. De Oegandees die ons aanviel gaf opdracht aan zijn chauffeur om “the equipement” uit de auto te halen. Het leek ons toen wel een wijs besluit om terug naar onze auto te gaan. Vijf minuten later kwam er een uitsmijter uitleggen dat we beter even achteruit konden rijden, aangezien het een neefje van de president was en dat hij, in een slechte bui, weleens het vuur zou kunnen openen. Dus alle, inmiddels 7 auto’s, moesten honderd meter achteruit in plaats van de twee meter die het neefje achteruit moest, maar dit was even niet het goede moment om daar een punt van te maken.
De volgende avond gingen we weer met John uit eten. We haalden hem op in hotel Africana, een enorm hotel in het centrum van Kampala. John had in de lobby vrienden gemaakt met een Zuid-Afrikaanse generaal, die eigenlijk wel buitengewoon geïnteresseerd was in de LEDlampjes met telefoonoplader voor zijn 8.000 soldaten in Somalië. Dus volgend jaar misschien gezellig naar het front, altijd al piraat willen worden!
Na een enerverend weekend, werd ik maandagochtend opgehaald door Stephen, van de Rural Energy Foundation. Met zijn tweeën gingen we, per motor, op een tweedaags veldonderzoek in de rimboe, om er achter te komen of er enige animo voor het geplande schoolproject was. Stephen was uitgerust met een veel te groot, zwartleren motorpak. Uiteraard had hij ook aan mijn veiligheid gedacht en toverde een gescheurd regenbroekje uit zijn tas. Ik kreeg wel steeds meer respect voor Stephen aangezien hij het pak de hele dag aanhield en er geen druppeltje zweet op zijn voorhoofd verscheen. Maar toen hij bij het diner zijn pak openritste, had ik in een keer niet meer zo‘n zin in die overheerlijke rijst met banaan. Alsof er tien natte, hijgende herdershonden een paar dagen in zijn pak hadden verbleven en hij zijn oksels die ochtend met stront had proberen te poetsen. Kokkend schoof ik mijn stoel wat naar achter, wat niet echt opviel aangezien het aardedonker was in het tentje, door een welbekende stroomstoring. Deze storing was ook aanleiding voor mijn tweede minder prettige ervaring die avond. Na een paar happen had ik ineens iets in mijn mond wat ik niet helemaal kon thuisbrengen, dat het geen voedsel was werd wel snel duidelijk. Bij het licht van mijn telefoon dacht ik een goeie 5cm dreadlock te herkennen. Later zag ik het kokkinnetje voorbij schuifelen die inderdaad een interessante bos dreadlocks op haar hoofd had. Stephen was verder niet zo’n prater en het dorpje, niet meer dan een paar huizen, bood weinig vertier, dus om acht uur gingen we naar de bedboot. De noodgenerator, die het hotelletje had ingeschakeld, stond letterlijk in mijn deuropening en pompte mijn hele kamer vol rook. Dat ik dat minder fijn vond begreep geen mens in het hotel, dus na twee uur heb ik het apparaat helaas moeten saboteren. De volgende ochtend heb ik keurig het benzineslangetje samen met mijn sleutel ingeleverd bij de receptie, wat tot enorme hilariteit leidde bij het personeel. In die twee dagen hebben we 13 scholen bezocht, die eigenlijk allemaal wel geschikt zouden zijn, dus wat dat betreft was het een succesvolle trip. Minder succesvol was een geitje, die op de terugweg, vlak voor ons overstak en daarbij onze tegenligger over het hoofd zag. Als een rijpe kers spatte het beestje uiteen op de grill van een flinke terreinwagen. Eenmaal terug in Kampala begon een paniekerige en onsuccesvolle zoektocht naar een bar of hotel die ons Aller Ajax tegen Auxerre uitzond. Uiteindelijk heb ik de laatste minuten kunnen meeluisteren over de telefoon met het thuisfront en kon ik heel tevreden gaan slapen.

  • 20 Oktober 2010 - 09:02

    Gert-Jan:

    Een 9 geef ik voor dit skitterende verhaal pietje!

  • 20 Oktober 2010 - 09:09

    Gabbidon:

    Baby-P, like ur style! Mis je meer dan Ajax David Endt zou missen. xx

  • 20 Oktober 2010 - 09:34

    Anneloes:

    Genietend en grinnekend lees ik je verhalen Pietje!

  • 20 Oktober 2010 - 10:22

    Soof:

    Baby P!
    Heftig allemaal! Wel echt zo'n bijzondere ervaring. Ik ga je vanavond bellen! Kus

  • 20 Oktober 2010 - 10:27

    Tim:

    Ajax wint, Piet maakt het goed en ik ben nog niet dood. Geweldig! Het leest als een avontuur wat je niet mag missen...

  • 20 Oktober 2010 - 10:27

    Thee:

    Alles wat je niet aankon in thailand heb je hier al ruimschoots goedgemaakt!


  • 20 Oktober 2010 - 11:19

    De Smaat:

    Als een rijpe kers spatte het beestje uiteen; wat had ik dat graag gezien! Beetje ziek wel..

  • 20 Oktober 2010 - 14:07

    Bram :

    Ik ga alvast op zoek naar een uitgever peet! Zorg jij dat je in leven blijft?

  • 20 Oktober 2010 - 18:18

    Floris:

    Prachtig verslag baby peach, kun je m'n nummer misschien ook aan Godfrey geven? Lijkt me een symphatieke man.

  • 21 Oktober 2010 - 13:19

    O-Dawg:

    Jo baby,lekker nice!

  • 21 Oktober 2010 - 13:19

    O-Dawg:

    Dennis!

  • 21 Oktober 2010 - 14:24

    Hvdh:

    HAHA help waar ga ik aan beginnen!

  • 21 Oktober 2010 - 15:49

    Dirk:

    helemaal goed! geweldige verhalen, zie/ruik/voel helemaal mee, lach me suf. zoals ome ivo schreef, frits p begon ook bescheiden, dus ga zo door. tot snel!

  • 22 Oktober 2010 - 14:48

    Noel:

    Zeer zeer seer vermakelijk allemaal!


  • 24 Oktober 2010 - 10:05

    B-bone:

    Lof alom. Maar er rijst natuurlijk een belangrijke vraag: heb je nog tijdens het voetballen een lopende bal kunnen geven? Miss youu x

  • 24 Oktober 2010 - 18:26

    Nico:

    weer een heerlijk verhaal. Veel foto's maken, want dat zijn ook "plaatjes"!

  • 03 November 2010 - 13:55

    Marijke:

    Op aanraden van mams, je verhaal gelezen..... Geweldig!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Oeganda, Kampala

Oeganda

Recente Reisverslagen:

29 November 2010

4

11 November 2010

Part 3

20 Oktober 2010

Part 2

01 Oktober 2010

Oeganda
Pieter

Actief sinds 01 Okt. 2010
Verslag gelezen: 148
Totaal aantal bezoekers 11835

Voorgaande reizen:

22 September 2010 - 16 December 2010

Oeganda

Landen bezocht: