Part 3
Door: pieterjongens
Blijf op de hoogte en volg Pieter
11 November 2010 | Oeganda, Kampala
Ik kan eindelijk zeggen dat ik enigszins begin te wennen aan de dagelijkse irritaties, zoals de onwaarschijnlijk domme barman bij een poolbar waar ik weleens voetbal kijk. Een voorbeeld; nadat ik Arsenal-Manchester City had gekeken moest ik 12,000 shilling voor mijn gedronken biertjes afrekenen, ik had enkel een briefje van 20,000 en een briefje van 2,000 bij me. De barman had op zijn beurt alleen een briefje van 10,000, toch kon zijn hoofd er niet bij dat deze bizarre combinaties briefjes weleens uitkomst zouden kunnen gaan bieden. Een moeilijke blik leek dwars door mij heen te kijken (wellicht naar een denkbeeldig telraam), na een volle minuut over en weer staren besloot hij zijn 10,000 shilling toch maar even bij de overburen te gaan wisselen. Helaas is deze, overigens uiterst vriendelijke meneer, niet de enige die niet zo goed kan hoofdrekenen in Oeganda. In het casino, wat we woensdagavond bezochten, was het gebrek aan wiskundig inzicht nog duidelijker zichtbaar en als we niet van die goedzakken geweest waren, hadden we daar een flinke zak geld mee kunnen nemen.
Donderdagochtend liep ik, met een goed gevulde maag na een stevig ontbijt, door het Industrial Area van Kampala. Niets wees nog op de ellende die mij kort daarna zou treffen. Ik sloeg met een stevige tred de hoek om en daar struikelde ik bijna over een ontbindend karkas van, ik vermoed, een koe. De lucht was wel zo overweldigend, dat het hele ontbijtje weer in mijn mond zat. Maar nog geen twee meter verder zat iemand op een krukje met een enorme glimlach wat mango's te verkopen, dus waarschijnlijk stelde ik mij een beetje aan.
Na het weekend kon ik eindelijk echt beginnen met mijn scholenproject. Maandag heb ik een schitterend contract in elkaar geknutseld voor de pastoor en dinsdag stond er weer een reis naar Luwero op het programma voor de nodige handtekeningen. Mijn busje vertrok tegelijk met zo'n 2000 andere busjes vanuit het grootste taxipark in Kamapala, maar natuurlijk niet voordat we twee uur lekker hadden staan opwarmen in de brandende zon. Deze tijd werd door al mijn reisgenoten wel optimaal benut. Rond het taxipark zijn allemaal kleine restaurants, die uitgebreide maaltijden serveren tot in de busjes. Tijdens het diner werd er luid smakkend gekeken naar al het andere moois wat , door de ramen van ons busje, werd aangeboden. Een oud kereltje voor mij kocht achtereenvolgens een vrij flinke wandklok, regenjas, een zak houtskool, tondeuse en een kip. Terwijl ik jaloers naar al zijn aangeschafte producten keek ontstond er naast mijn raam een kleine schermutseling. Alle taxibusjes hebben een driver en een conductor, de conductor is er om de betalingen af te handelen en vooral om passagiers te ronselen. Nu had onze conductor mensen uit een ander busje weten te lokken, dit tot grote irritatie van de concurrerende conductor. Uiteindelijk moest onze driver (hoe deze aandachtsverschuiving ontstond was mij niet direct duidelijk) dit bekopen met een stevige hijs voor zijn broodmolen, met deze ietwat simpele oplossing was het probleem wel direct verholpen en konden we eindelijk rijden. Ik hoopte dat de chauffeur niet al te groggy was, maar het leek mee te vallen, want hij zat alweer breed lachend de ruzie te analyseren met de passagiers naast hem. Twee uur later arriveerde ik bij New Hope Uganda (een gemeenschap met een weeshuis, school, kerk en een ziekenhuisje) waar de pastoor woont. De pastoor vindt het heerlijk om eindeloos over onze Lieve Heer te praten, zo ook die dag. Na een ononderbroken verhaal van letterlijk anderhalf uur konden we eindelijk ter zake komen. Toen de handtekeningen waren gezet werd er nog een keer gebeden, daarna bezochten we nog een, op het eerste oog, vrij smerig hutje. Maar niets was minder waar, achter het gordijntje was een volledige radiostudio, voorzien van de mooiste apparatuur. Vanaf dit radiostation verspreid de pastoor het woord van God, maar binnenkort ook het woord van een ander licht, namelijk van onze lampjes en zonnepanelen. Pastoor Jones zal in de komende weken een radiocampagne starten om ons project even een extra duw in de rug te geven.
Later die week gingen Boldewijn en ik uit eten in een Ethiopisch restaurant, een van de twee plekken waar tijdens de Wk-finale een bom ontplofte en negen mensen omkwamen. Van al die ellende was weinig meer te merken en zien, behalve dat wij de enige twee gasten waren en de veiligheidsprocedure bij de deur tien minuten in beslag nam. Ethiopisch voer was voor mij overigens helemaal nieuw, dat bestaat uit een paar opgerolde eetbare sponzen die je in twintig bakjes te gelijk moet dopen. De ene helft van die bakjes is best lekker, de andere niet en die sponsachtige pannenkoeken hebben de eigenschap om, eenmaal aangekomen in de maag, flink uit te zetten. Kortom, leuk om een keer gegeten te hebben, met de nadruk op een keer. In vrijwel iedere bar en elk restaurant of eigenlijk overal waar een televisie staat, zitten mensen de hele dag ademloos naar Mexicaanse soaps te kijken, ik heb geen idee hoe die hier terecht zijn gekomen maar elke Oegandees, zonder uitzondering, vindt ze fantastisch. Naast deze geweldige soaps vinden de Nigeriaanse films ook gretig aftrek, deze films duren tussen de drie en zes uur en hebben hetzelfde karakter als de soapseries, veel praten en warrige verhaallijnen zonder begin en einde. Ik denk dat Good Times Bad Times en Underway to tomorrow hier ook een gigantische hit zouden zijn.
Vrijwel iedere avond als ik thuis kom praat ik nog even met onze nightguard, Patrick. Hij heeft de wildste verhalen over hoe zijn opa zij aan zij met de Engelsen heeft gevochten in WOII en over zijn vader die president had moeten worden en over hoe het kan dat er van zijn twaalf broers en zussen nog maar drie over zijn en hoe hij een kwartier te laat kwam voor zijn laatste marathon en toch nog derde werd. Ondanks al deze waanzinnige verhalen heeft deze Forrest Gump-achtige verschijning nog geen vriendin, wat voor een 35-jarige Afrikaan toch vrij problematisch is. In het weekend ben ik op zoek gegaan voor Patrick. Hij wil het liefst een meisje uit zijn eigen streek; Gulu, deze meisjes zijn makkelijk te herkennen aan hun opvallend lange benen. Zo hebben meisjes uit het westen een enorm dikke reet en de dames uit centraal Oeganda een iets plattere neus dan de gemiddelde maat. In elk Italiaans restaurant werken meisjes uit Gulu, ik denk om de simpele reden dat dit gewoon de lekkerste wijfen zijn. Dus ik ben met Forrest twee Italiaanse tenten afgegaan en bij de laatste hadden we beet, er zijn wat nummers uitgewisseld en de vonken leken in het rond te vliegen. Een paar dagen later vertelde Patrick mij teleurgesteld dat ze een mank armpje had, omdat ze een paar jaar geleden door rebellen in haar arm was geschoten. Patrick was bang dat ze nu niet goed meer kon wassen en koken, toen ik hem had overtuigd dat haar andere arm er best stevig uit zag was hij in een keer weer dol enthousiast. Ze bellen nog steeds en Patrick heeft belooft dat ik zijn best man ben als het zover mocht komen.
Alex, de andere bewaker, vertelde mij over de Amerikaanse overheid die vliegtuigen vol Oegandeze guards naar Irak sturen. Die guards krijgen hier drie maandjes training en dienen in de woestijn als vleesschild voor de Amerikaanse soldaten. Voor veel guards is het moeilijk om dit aanbod af te slaan, omdat ze voor Oegandeze begrippen goed kunnen verdienen. Ik heb op ons journaal nog nooit iets gehoord over gesneuvelde Oegandezen in Irak, maar een hoop van hun schijnen daar toch het leven te laten.
Op een donderdag heb ik in Entebbe de botanische tuinen bezocht, hier bracht Idi Amin ook veel van zijn vrije weekenden door. Niet onterecht overigens, want het is een prachtig park. Bij de entree kreeg ik een nogal eigenaardig gidsje toegewezen, nog geen twee turfen hoog en onmogelijk om zijn leeftijd te schatten, ergens tussen de zestien en tachtig. Zijn eigenaardigheid bewees hij eens te meer bij een rotte boom vol mieren en termieten. Toen ik hem vroeg of een beet van deze miersoort een beetje gemeen was zei hij; "oh my good sir Pieta, these are sooo very extremely painful!", waarop hij zijn hand tot aan zijn elleboog in het rotte hout duwde. Binnen een paar seconden was zijn arm bedekt met een laag bijtende mieren, die allemaal kleine bloedende wondjes achterlieten. Ergens tussen het lachen en schreeuwen door gaf hij aan dat hij ook niet helemaal wist wat hem bezielde. Nog geen minuut later voelde ik een gemene steek in mijn kuit, dat bleek ook een miertje te zijn die stiekem mijn broekspijp in was gekropen en ik kan inderdaad bevestigen dat een beet vrij pijnlijk is. Bij de rest van de rondleiding heb ik bij elke boom, plant of steen een verhaal van tien minuten mogen aanhoren in vrij gebrekkig Engels. Overigens wel geweldige dingen opgestoken, wist je bijvoorbeeld dat veel planten groen zijn en dat de volgende regel in heel veel gevallen opgaat; hoe groter de steen hoe zwaarder. Na dit college was het tijd voor wat ontspanning, op naar de dierentuin! In een mum van tijd heb ik de hele big five kunnen afstrepen, dus de druk die een Afrika bezoek vaak met zich meebrengt was ook weer van de ketel. De dierentuin is ook in Oeganda een populaire bestemming voor schoolreisjes, maar die dag dolven de dieren het onderspit en was ik de grote attractie. Balend kropen de leeuwen weer in hun hok en ik nam triomfantelijk afscheid van mijn driehonderd kleine fans.
De volgende dag vertrok ik weer vroeg richting de pastoor, in de planning stond dat we twee dagen scholen zouden bezoeken en presentaties zouden geven aan de leraren. Na, wederom een stuk langere reis dan gedacht, kwam ik met twee grote dozen vol lampen aan in Luwero. De pastoor was helaas nogal vermoeid en wilde graag even een paar dagen rusten en na het weekend beginnen. Vier dagen bij de pastoor logeren leek mij een beetje te lang, temeer omdat ik mijn kuisheidsgordeltje niet had ingepakt. Die avond ben ik naar de enige bioscoop van Kampala gegaan, waar ik, bij gebrek aan een beter alternatief, drie uur naar een huilende Julia Roberts heb gekeken in Eat, Pray and Love.
Op maandagochtend kwam de brandweer op kantoor langs om te laten zien hoe je een brandblusser moet hanteren. Het leek mij een vrij overbodige uitleg, maar een week geleden was er een brandje ontstaan bij een bedrijf in de buurt en daar hadden de werknemers vier brandblussers integraal in het vuur gemieterd en dat scheen tot ieders verbazing toch niet het gewenste effect te hebben gehad. Zo gek was deze stoomcursus misschien dus niet, dat bleek ook tijdens het vragenrondje na afloop.
Dinsdag ging ik met Adiga, een Oegandees van kantoor, twintig dozen met lampjes afleveren bij verschillende busstations in Kampala, van waaruit de pakketjes worden gedistribueerd over heel Oeganda. Bij al die busstations staan dozendragers, die de hele dag op wat blaadjes staan te kauwen waar ze nogal high van worden. Dus de eerste kunst is om jongens te vinden die nog geschikt zijn om iets te tillen en die er ook niet met de dozen vandoor gaan. Adiga had daar een redelijk scherp oog voor en binnen twee uur zaten alle dozen in de bussen waar ze hoorden. Op de terugweg vertelde Adiga mij wat je moet doen als je iemand flink hard mocht aanrijden in het centrum van Kampala, wat eigenlijk neerkomt op zo snel mogelijk naar het dichtstbijzijnde politiebureau rennen. Hier is mob justice de gebruikelijke gang van zaken, wat wil zeggen dat je door de aanwezige toeschouwers binnen een paar minuten in het ziekenhuis of dood word getrapt.
Die avond werd ik getroffen door een gemene voedselvergiftiging en heb ik de hele nacht om de wc gekruld gelegen. Na een nacht vol zweetaanvallen en braken volgde er ook nog een hele dag met hetzelfde thema, maar sinds vanmorgen lijk ik weer volledig hersteld!
Donderdagochtend liep ik, met een goed gevulde maag na een stevig ontbijt, door het Industrial Area van Kampala. Niets wees nog op de ellende die mij kort daarna zou treffen. Ik sloeg met een stevige tred de hoek om en daar struikelde ik bijna over een ontbindend karkas van, ik vermoed, een koe. De lucht was wel zo overweldigend, dat het hele ontbijtje weer in mijn mond zat. Maar nog geen twee meter verder zat iemand op een krukje met een enorme glimlach wat mango's te verkopen, dus waarschijnlijk stelde ik mij een beetje aan.
Na het weekend kon ik eindelijk echt beginnen met mijn scholenproject. Maandag heb ik een schitterend contract in elkaar geknutseld voor de pastoor en dinsdag stond er weer een reis naar Luwero op het programma voor de nodige handtekeningen. Mijn busje vertrok tegelijk met zo'n 2000 andere busjes vanuit het grootste taxipark in Kamapala, maar natuurlijk niet voordat we twee uur lekker hadden staan opwarmen in de brandende zon. Deze tijd werd door al mijn reisgenoten wel optimaal benut. Rond het taxipark zijn allemaal kleine restaurants, die uitgebreide maaltijden serveren tot in de busjes. Tijdens het diner werd er luid smakkend gekeken naar al het andere moois wat , door de ramen van ons busje, werd aangeboden. Een oud kereltje voor mij kocht achtereenvolgens een vrij flinke wandklok, regenjas, een zak houtskool, tondeuse en een kip. Terwijl ik jaloers naar al zijn aangeschafte producten keek ontstond er naast mijn raam een kleine schermutseling. Alle taxibusjes hebben een driver en een conductor, de conductor is er om de betalingen af te handelen en vooral om passagiers te ronselen. Nu had onze conductor mensen uit een ander busje weten te lokken, dit tot grote irritatie van de concurrerende conductor. Uiteindelijk moest onze driver (hoe deze aandachtsverschuiving ontstond was mij niet direct duidelijk) dit bekopen met een stevige hijs voor zijn broodmolen, met deze ietwat simpele oplossing was het probleem wel direct verholpen en konden we eindelijk rijden. Ik hoopte dat de chauffeur niet al te groggy was, maar het leek mee te vallen, want hij zat alweer breed lachend de ruzie te analyseren met de passagiers naast hem. Twee uur later arriveerde ik bij New Hope Uganda (een gemeenschap met een weeshuis, school, kerk en een ziekenhuisje) waar de pastoor woont. De pastoor vindt het heerlijk om eindeloos over onze Lieve Heer te praten, zo ook die dag. Na een ononderbroken verhaal van letterlijk anderhalf uur konden we eindelijk ter zake komen. Toen de handtekeningen waren gezet werd er nog een keer gebeden, daarna bezochten we nog een, op het eerste oog, vrij smerig hutje. Maar niets was minder waar, achter het gordijntje was een volledige radiostudio, voorzien van de mooiste apparatuur. Vanaf dit radiostation verspreid de pastoor het woord van God, maar binnenkort ook het woord van een ander licht, namelijk van onze lampjes en zonnepanelen. Pastoor Jones zal in de komende weken een radiocampagne starten om ons project even een extra duw in de rug te geven.
Later die week gingen Boldewijn en ik uit eten in een Ethiopisch restaurant, een van de twee plekken waar tijdens de Wk-finale een bom ontplofte en negen mensen omkwamen. Van al die ellende was weinig meer te merken en zien, behalve dat wij de enige twee gasten waren en de veiligheidsprocedure bij de deur tien minuten in beslag nam. Ethiopisch voer was voor mij overigens helemaal nieuw, dat bestaat uit een paar opgerolde eetbare sponzen die je in twintig bakjes te gelijk moet dopen. De ene helft van die bakjes is best lekker, de andere niet en die sponsachtige pannenkoeken hebben de eigenschap om, eenmaal aangekomen in de maag, flink uit te zetten. Kortom, leuk om een keer gegeten te hebben, met de nadruk op een keer. In vrijwel iedere bar en elk restaurant of eigenlijk overal waar een televisie staat, zitten mensen de hele dag ademloos naar Mexicaanse soaps te kijken, ik heb geen idee hoe die hier terecht zijn gekomen maar elke Oegandees, zonder uitzondering, vindt ze fantastisch. Naast deze geweldige soaps vinden de Nigeriaanse films ook gretig aftrek, deze films duren tussen de drie en zes uur en hebben hetzelfde karakter als de soapseries, veel praten en warrige verhaallijnen zonder begin en einde. Ik denk dat Good Times Bad Times en Underway to tomorrow hier ook een gigantische hit zouden zijn.
Vrijwel iedere avond als ik thuis kom praat ik nog even met onze nightguard, Patrick. Hij heeft de wildste verhalen over hoe zijn opa zij aan zij met de Engelsen heeft gevochten in WOII en over zijn vader die president had moeten worden en over hoe het kan dat er van zijn twaalf broers en zussen nog maar drie over zijn en hoe hij een kwartier te laat kwam voor zijn laatste marathon en toch nog derde werd. Ondanks al deze waanzinnige verhalen heeft deze Forrest Gump-achtige verschijning nog geen vriendin, wat voor een 35-jarige Afrikaan toch vrij problematisch is. In het weekend ben ik op zoek gegaan voor Patrick. Hij wil het liefst een meisje uit zijn eigen streek; Gulu, deze meisjes zijn makkelijk te herkennen aan hun opvallend lange benen. Zo hebben meisjes uit het westen een enorm dikke reet en de dames uit centraal Oeganda een iets plattere neus dan de gemiddelde maat. In elk Italiaans restaurant werken meisjes uit Gulu, ik denk om de simpele reden dat dit gewoon de lekkerste wijfen zijn. Dus ik ben met Forrest twee Italiaanse tenten afgegaan en bij de laatste hadden we beet, er zijn wat nummers uitgewisseld en de vonken leken in het rond te vliegen. Een paar dagen later vertelde Patrick mij teleurgesteld dat ze een mank armpje had, omdat ze een paar jaar geleden door rebellen in haar arm was geschoten. Patrick was bang dat ze nu niet goed meer kon wassen en koken, toen ik hem had overtuigd dat haar andere arm er best stevig uit zag was hij in een keer weer dol enthousiast. Ze bellen nog steeds en Patrick heeft belooft dat ik zijn best man ben als het zover mocht komen.
Alex, de andere bewaker, vertelde mij over de Amerikaanse overheid die vliegtuigen vol Oegandeze guards naar Irak sturen. Die guards krijgen hier drie maandjes training en dienen in de woestijn als vleesschild voor de Amerikaanse soldaten. Voor veel guards is het moeilijk om dit aanbod af te slaan, omdat ze voor Oegandeze begrippen goed kunnen verdienen. Ik heb op ons journaal nog nooit iets gehoord over gesneuvelde Oegandezen in Irak, maar een hoop van hun schijnen daar toch het leven te laten.
Op een donderdag heb ik in Entebbe de botanische tuinen bezocht, hier bracht Idi Amin ook veel van zijn vrije weekenden door. Niet onterecht overigens, want het is een prachtig park. Bij de entree kreeg ik een nogal eigenaardig gidsje toegewezen, nog geen twee turfen hoog en onmogelijk om zijn leeftijd te schatten, ergens tussen de zestien en tachtig. Zijn eigenaardigheid bewees hij eens te meer bij een rotte boom vol mieren en termieten. Toen ik hem vroeg of een beet van deze miersoort een beetje gemeen was zei hij; "oh my good sir Pieta, these are sooo very extremely painful!", waarop hij zijn hand tot aan zijn elleboog in het rotte hout duwde. Binnen een paar seconden was zijn arm bedekt met een laag bijtende mieren, die allemaal kleine bloedende wondjes achterlieten. Ergens tussen het lachen en schreeuwen door gaf hij aan dat hij ook niet helemaal wist wat hem bezielde. Nog geen minuut later voelde ik een gemene steek in mijn kuit, dat bleek ook een miertje te zijn die stiekem mijn broekspijp in was gekropen en ik kan inderdaad bevestigen dat een beet vrij pijnlijk is. Bij de rest van de rondleiding heb ik bij elke boom, plant of steen een verhaal van tien minuten mogen aanhoren in vrij gebrekkig Engels. Overigens wel geweldige dingen opgestoken, wist je bijvoorbeeld dat veel planten groen zijn en dat de volgende regel in heel veel gevallen opgaat; hoe groter de steen hoe zwaarder. Na dit college was het tijd voor wat ontspanning, op naar de dierentuin! In een mum van tijd heb ik de hele big five kunnen afstrepen, dus de druk die een Afrika bezoek vaak met zich meebrengt was ook weer van de ketel. De dierentuin is ook in Oeganda een populaire bestemming voor schoolreisjes, maar die dag dolven de dieren het onderspit en was ik de grote attractie. Balend kropen de leeuwen weer in hun hok en ik nam triomfantelijk afscheid van mijn driehonderd kleine fans.
De volgende dag vertrok ik weer vroeg richting de pastoor, in de planning stond dat we twee dagen scholen zouden bezoeken en presentaties zouden geven aan de leraren. Na, wederom een stuk langere reis dan gedacht, kwam ik met twee grote dozen vol lampen aan in Luwero. De pastoor was helaas nogal vermoeid en wilde graag even een paar dagen rusten en na het weekend beginnen. Vier dagen bij de pastoor logeren leek mij een beetje te lang, temeer omdat ik mijn kuisheidsgordeltje niet had ingepakt. Die avond ben ik naar de enige bioscoop van Kampala gegaan, waar ik, bij gebrek aan een beter alternatief, drie uur naar een huilende Julia Roberts heb gekeken in Eat, Pray and Love.
Op maandagochtend kwam de brandweer op kantoor langs om te laten zien hoe je een brandblusser moet hanteren. Het leek mij een vrij overbodige uitleg, maar een week geleden was er een brandje ontstaan bij een bedrijf in de buurt en daar hadden de werknemers vier brandblussers integraal in het vuur gemieterd en dat scheen tot ieders verbazing toch niet het gewenste effect te hebben gehad. Zo gek was deze stoomcursus misschien dus niet, dat bleek ook tijdens het vragenrondje na afloop.
Dinsdag ging ik met Adiga, een Oegandees van kantoor, twintig dozen met lampjes afleveren bij verschillende busstations in Kampala, van waaruit de pakketjes worden gedistribueerd over heel Oeganda. Bij al die busstations staan dozendragers, die de hele dag op wat blaadjes staan te kauwen waar ze nogal high van worden. Dus de eerste kunst is om jongens te vinden die nog geschikt zijn om iets te tillen en die er ook niet met de dozen vandoor gaan. Adiga had daar een redelijk scherp oog voor en binnen twee uur zaten alle dozen in de bussen waar ze hoorden. Op de terugweg vertelde Adiga mij wat je moet doen als je iemand flink hard mocht aanrijden in het centrum van Kampala, wat eigenlijk neerkomt op zo snel mogelijk naar het dichtstbijzijnde politiebureau rennen. Hier is mob justice de gebruikelijke gang van zaken, wat wil zeggen dat je door de aanwezige toeschouwers binnen een paar minuten in het ziekenhuis of dood word getrapt.
Die avond werd ik getroffen door een gemene voedselvergiftiging en heb ik de hele nacht om de wc gekruld gelegen. Na een nacht vol zweetaanvallen en braken volgde er ook nog een hele dag met hetzelfde thema, maar sinds vanmorgen lijk ik weer volledig hersteld!
-
11 November 2010 - 09:49
Maurits:
Heb weer zitten huilen van het lachen. Wat een volledige retards kom je daar tegen. Mooi geschreven Pieta! -
11 November 2010 - 10:42
O-Dawg:
Helemaal te gek baby! Bel je binnenkort weer even. xje O-Dawg -
11 November 2010 - 10:56
Nico:
Pieta,
Prachtig verhaal.
Mooie film overigens, maar niet echt iets voor jou ,denk ik ;-)
Hoop dat je je licht laat schijnen over Oeganda en vele mensen door jouw toedoen ook 's avonds iets nuttigs met hun leven kunnen gaan doen.
Keep praying, writing en vomiting!
Nico -
11 November 2010 - 12:21
Joos:
HEEL leuk geschreven piet!! heb ook weer erg gelachen! xxx -
11 November 2010 - 12:31
Gertjan:
Waanzinnig Piet! -
11 November 2010 - 14:04
Jan:
Godver, bijna mijn bureaustoel volgezeken van het lachen. Hier is het schijtweer en ik zit weg te teren op kantoor badend in TL-licht(werken: niet doen!)Ik zou daar nog maar even blijven als ik jou was, je maakt genoeg mee. Ik zie je stukjes tegemoet en spreek je op het huwelijk. Groet, Jan -
11 November 2010 - 14:37
Gabbidon:
Baby Peach, ik moet zo lachen van jou woordentovenarij. Over slechts een maandje sluit ik je weer in mijn armen! Gelukkig, want wij (Ajax en ik) hebben je nodig. Lots of love -
11 November 2010 - 15:04
Pieter A:
Pierke, wat een fijne avonturen. Ook vrij herkenbaar van toen ik met broer Florian op pad was in Kenya. Heb je nog aan roze portemonneetjes gesnuffeld?
Respect dat je zo positief blijft met al die ontberingen. Ga zo door, ik vind het reuze -
11 November 2010 - 15:43
Justin:
BP, kom snel terug, het spookt hier! We need your expertise! -
11 November 2010 - 19:41
Ivo:
Wat een geweldig verhaal, wederom! Begrijp er geen reet van wat je er nou aan vindt om de hele dag te vomeren en wat van die arme zwartjes voor de gek te houden, maar je schrijfstijl boeit en blijft boeien ( goed boek)dus ga vooral door. jammer dat je opvoeding geen echte RK achtergond had zodat je wat closer met de pastoor kunt worden. wellicht ook beter van niet want je weet maar nooit of hij van de oude stempel (!) is.Ik zou zeggen veel sterkte, maar ik moet zeggen veel succes. En dat zeg ik dan ook. groet (oom) ivo -
13 November 2010 - 11:54
Bram:
Heel leuk peet!! Maar kan je niet gewoon president worden?
-
15 November 2010 - 13:38
Tim:
Ja, een boek schrijven dan maar. 'We could live like gods' lijkt me een goede titel. Mis je! -
18 November 2010 - 15:18
Vic:
Pietje! Ben er pas net achter gekomen dat je een site hebt, dus ik moest even een uurte bijlezen.. Maar hoe leuk zijn je verhalen! Vind het knap dat je zo positief blijft en ben (als journalist in opleiding zijnde) jaloers op hoe goed je schrijft!
Lieve Piet, heel veel sterkte, succes en plezier nog daar! Xx Vic -
23 November 2010 - 13:23
Renée:
Peeti,
Kom er ook net achter dat je een site hebt! (nou ja net..) Fijne verhalen, vind het leuk voor te stellen dat je die zittend in een arikaans i-café, typt. Bep doet je de groeten, ze zei laatst dat ze het beestachtig jammer vond dat je niet meer in het land was. Ik heb haar dus even uitgelegd dat het allemaal weer goed zou komen en je bijna alweer op de terugweg was. Vond ze bijzonder prettig.
Veel liefs Renaat -
27 November 2010 - 13:42
Mamoen:
Was weer mooi verhaal piet! Wij ook weer terug en Dirk en ik hebben wat bezoekers uit Th meegenomen! Onze tenen en voeten worden volledig opgegeten door vieze larven, zeer pijnlijk, maar nu na diagnose havenzkh gelukkig antibiotics. Fijn dat je weer bijna terugkomt.xxx
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley